De kwaliteit van het MBO-onderwijs in Nederland is goed. Dat wordt in binnen- en buitenland erkend. Maar het kan altijd beter! De Minister van OCW heeft extra middelen beschikbaar gesteld om de kwaliteit op een aantal thema’s te verhogen. De ROC’s, AOC’s en vakscholen hebben een kwaliteitsplan gemaakt waarin ze toelichten wat de school wil verbeteren, hoe ze dat gaan doen en tot welke resultaten dat leidt. Suzanne zit in het team dat de plannen beoordeelt en met de scholen eens per jaar de voortgang bespreekt. Een rol die enerzijds vraagt om een kritische blik en anderzijds om constructief meedenken om de plannen tot uitvoering te brengen.
MBO-scholen staan voor de opgave om studenten voor te bereiden op een dynamische samenleving die om permanente innovatie vraagt. De vraag vanuit de arbeidsmarkt om complexe vaardigheden vereist een eigentijds curriculum waarin deze vaardigheden centraal staan, vakken geïntegreerd worden, de scheiding tussen theorie en praktijk doorbroken wordt en leerlingen kennis leren toepassen in nieuwe situaties. Om hieraan te voldoen moet het onderwijs aantrekkelijke en innovatieve leeromgevingen creëren, die gericht zijn op het aanleren van de juiste kennis en de gewenste nieuwe vaardigheden.
De mbo-scholen hebben de laatste jaren hard gewerkt aan de basiskwaliteit van hun onderwijs. Nu is het zaak de kwaliteit en het eindniveau van de opleidingen te verhogen, zodat mbo-gekwalificeerden daadwerkelijk perspectief hebben op een goede startpositie op de arbeidsmarkt of in het hbo. Daarom zijn er kwaliteitsafspraken met de scholen gemaakt. De scholen hebben in een plan aangegeven in welke thema’s te willen investeren. Dit kwaliteitsplan richt zich onder andere op zes landelijk geformuleerde beleidsthema’s:
Het staat scholen ook vrij zelf thema’s aan te dragen. Een deel van de thema’s wordt prestatiegericht beloond. Behaalde aantoonbare en meetbare resultaten in de BPV en Studiewaarde worden beloond. Dit is een andere manier van werken dan gebruikelijk is in het MBO, en vraagt zowel van de kant van de scholen als het ministerie een frisse blik.
Naast het kwaliteitsplan stelt de school een excellentieplan op. Het excellentieplan is gericht op leerlingen die iets extra’s kunnen en willen. Deze leerlingen krijgen de gelegenheid om extra programma’s met een aanwijsbare meerwaarde te volgen. De excellentieprogramma’s richten zich niet alleen op cognitieve prestaties, maar ook op vakmanschap, creativiteit, ondernemerschap en internationale competenties.
De kwaliteits- en excellentieplannen worden op verzoek van de minister beoordeeld door MBO in Bedrijf. Suzanne is lid van het zeskoppige team van MBO in Bedrijf dat de plannen beoordeelt. Jaarlijks voert zij met haar collega uit het team van MBO in Bedrijf een gesprek met de colleges van bestuur van alle MBO-scholen. Uitgangspunt voor de gesprekken is de voortgangsrapportage waarin de school verslag doet van de activiteiten uit het kwaliteitsplan en het excellentieplan. De uitdaging is om in dit gesprek zowel kritisch als meedenkend te zijn. Dat is nu juist een rol die past bij Hutspot. Het MBO in Bedrijf team rapporteert aan de minister van OCW over de voortgang in de vorm van een openbare generieke rapportage.
Neem dan contact met ons op, we maken graag een afspraak